Verslag Vesting Vlissingen 1848

Door modernisering van het geschut waren de bestaande aarden wallen en verdedigingswerken niet meer goed beschermd. Daarom werd er na 1840 de nadruk gelegd op het bomvrij maken van bestaande werken en het bouwen van nieuwe bomvrije vertrekken. Maar dat niet alleen.

In 1848 schrijft majoor van Mühlen een verslag met daarin opgenomen de kosten om de Vesting Vlissingen en de omliggende werken weer in goede staat van verdediging te brengen.

Soms staat er een beschrijving bij van de toestand waarin het huidige werk verkeerd, en wat er aangepast dient te worden om het weer geschikt te maken aan de eisen van de toenmalige moderne tijd.

In de hierop volgende beschrijving van de Vesting Vlissingen zal ik deze losse kosten niet opnemen. Voor het verhaal zelf is het niet van belang. Het gaat er om aan te geven welke veranderen er aan de Vesting hebben plaatsgevonden na de laatste beschrijving uit 1831.

Daarbij opmerkend dat de kans groot is dat veel van deze werken niet zijn uitgevoerd. Gedurende de periode 1840-1860 zijn er bij defensie ingrijpende bezuinigingen gaande. Defensie wordt gedurende deze periode aangepast aan de heersende vrede. Hoogstwaarschijnlijk zijn noodzakelijke herstelwerkzaamheden wel uitgevoerd. Maar daar komen we later nog wel een keer achter.

Westkant

De dijkpost gelegen voor Bastion 1 wordt gezien als de belangrijkste plek waar een aanval op uitgevoerd zou kunnen worden. Er volgt een voorstel om de volgende aanpassingen te maken :

Het bouwen van een defensief en bomvrij wachthuis op de dijkpost zal de verdediging van dit deel versterken. Naast de bouw van dit wachthuis moet er ook een houten trap komen om in de droge gracht te komen. Deze gracht ontstaat als er een halve caponniere gebouwd ( is nooit gebouwd, altijd een natte gracht gebleven ) zou worden. Deze caponniere loopt van de muur van de dijkpost tot aan de hoek van de vestingmuur tussen Bastion 1 en 2. Bij de aansluiting op de vestingmuur is er een deur die toegang geeft tot het gangenstelsel lopende van de stadskant, via de beer naar de dijkpost en sluit daar dan weer aan op het mijnsysteem.

Een wachthuis, of ook wel genoemd een blokhuis laat zich het beste omschrijven als een van hout en/of stenen gebouwd vestingwerk. Dit wachthuis is een naar voren toegeschoven eerste verdedigingspost.

Een caponniere is een uitbouw gelegen aan de voet van de hoofdwal. Het beschikt over schietgaten waaruit de gracht geflankeerd ( beschoten ) kan worden. Bij een halve caponniere bevinden zich maar aan 1 zijde schietgaten. In dit geval richting de  gracht. Een vijand die in een  gracht wist te komen had geen kans om dit te overleven. Van alle kanten zou er gevuurd worden.

Als de ingang – poterne – in 2015 nog bestaan zou hebben, dan kon men daar via de Gasthuisstraat, aan de achterzijde van de Coosje Buskenstraat in. In de periode na 1944 was deze toegang weer zichtbaar, totdat er nieuwbouw zou komen.

Het mijnsysteem gelegen onder de dijkpost liep nog een aardig eind door. Met grote waarschijnlijkheid tot aan de Zeevaartschool. De hoofdgalerij van dit systeem ligt er nog gedeeltelijk.

Bovenstaand een ontwerptekening van het betreffende wachthuis/blokhuis met palissaden.

De ophoging waarachter infanterie een vuurpositie kon innemen moet samen met de caponniere van palissaden worden voorzien. Palissaden zijn een in rij aaneengesloten aangepunte palen die als hindernis of afsluiting ingezet worden.

Tengevolge van de aanpassingen aan de dijkpost dient nu een deel van Bastion 1 en een deel van de vestingwal verhoogd te worden.

De niet voltooide Fausse-Bray ( borstwering onder de vestingwal waar infanterie van achter vandaan kan vuren ) die voor de vestingmuur tussen Bastion 1 en 2 ligt wordt ingekort en omgebouwd tot een lage flank bescherming. Hier dient een houten poterne gebouwd te worden om toegang te krijgen tot dit deel. Hier dient dan ook een officieren vertrek en in de nabijheid een bomvrij onderkomen te worden gebouwd. Ook de al aanwezige gemetselde poterne (die toegang geeft tot de beer ) aan de andere kant van vestingmuur 1-2 moet hier van worden voorzien.

  1. Langs het reduit, gelegen op het ravelijn worden palissaden aangebracht. Ook dient er een uitkijkwacht te worden ingesteld en moet er bij de brug over de hoofdgracht een tamboer ( kleine verdedigbare versterking , buiten de omwalling gelegen wat dient tot direct verdediging van een toegang ) gebouwd worden.
  2. Op het glacis, aan de linkerzijde van het ravelijn, een verbreding van de gedekte weg en een iets verhoogde borstwering. Zo ontstaan er betere defensieve maatregelen. Verder dient er nog een wapenplaats te komen.
  3. De hoek van de wapenplaats gelegen aan de overzijde komt 5 meter naar voren te liggen. Hierdoor kan er beter zijdelings worden verdedigd.
  4. De borstwering van de gehele bedekte weg wordt voorzien van palissaden en in de nieuwe wapenplaats komt een wachthuisje.

Deze voorzorgen zijn genomen omdat dit deel het kwetsbaarst is bij een onverwachte aanval. Bij het eind van de bedekte weg ligt een dijk of dam die goed door het ravelijn onder vuur genomen kan worden.

Om tot een betere verdediging te komen van de buiten de vesting liggende werken zou het volgende moeten gebeuren :

Voorbeeld van pallisaden

De berm onder aan de hoofdwal en het ravelijn hoeft niet van palissaden voorzien te worden. De reden hiervoor is dat de kans dat zeewater bevriest zeer zeldzaam is, en hierdoor de kans dat een vijand de gracht weet over te steken zeer klein is. Mocht het toch gebeuren dan kan bevriezing tegengegaan worden door in of uit de gracht water te laten stromen.

De bestraten dam voor het glacis wordt onderbroken en voorzien van een uitneembare houten brug. Ook komt er hier een tamboer met daarin een wachthuisje.

Er dienen vernieuwen te gebeuren aan de houten constructie van het mijnsysteem gelegen onder de dijkposten voor Bastion 1 en Bastion 8. Ook de schietgaten in de holle beer en de galerij bij Bastion 1 dienen hersteld te worden.

Aan sommige verdedigingswerken en gebouwen binnen de vesting moeten ook herstelwerkzaamheden gebeuren merkt de inspecteur op.

Om de Westerhaven af te sluiten dient hier een nieuwe ketting aangebracht te worden. Aan deze ketting worden verticale kettingen geplaatst zodat er geen sloepen onderdoor kunnen varen bij een lage waterstand. De ketting wordt bevestigd tussen beide paalhoofden..

Een aantal kazematten gelegen in Bastion 11 zijn in slechte staat en sommige zijn gedeeltelijk ingestort. Herstel is, zoals al vaak voorgesteld, zeer noodzakelijk.

1: bakkerij
2: wachthuis

De toren in de dijkpost voor Bastion 8 moet ook herstelwerkzaamheden ondergaan om deze toren weer een defensieve functie te geven.

De kazemat gelegen tussen Bastion 7 en 8, wat wel bomvrij is, dient voorzien te worden van een houten vloer zodat het bruikbaar is als buskruitmagazijn.

Het kazematje ten oosten van de Marinehaven dient als tijdelijk wachthuisje ingericht te worden, bomvrij maken gaat niet lukken. Op deze wijze is er nog enigszins toezicht op deze toegang.

Naast het bovenstaande dient ook de kogelgloeioven  groot herstel te ondergaan. Een kogelgloeioven wordt gebruikt om de kanonskogels gloeiend heet te maken zodat ze na het afvuren brand  veroorzaken in bijvoorbeeld een zeilschip.

Verder dienen deuren ,ramen, buskruitmagazijnen en de poternes  geblindeerd te worden. Dit zal mogelijk zijn mits het hout bij de Marine te verkrijgen is. Met geblindeerd bedoelt men dat het object min of meer bestand is tegen brand nadat het geraakt is door een kanonskogel. Dit kan bereikt worden door het te bedekken met aarde, maar ook door er houten planken schuin tegenaan te zetten.

 

De bestraten dam gelegen in de voorgracht voor de Rammekenspoort moet net als bij de Duinpoort onderbroken worden.  Hier zal dan ook een uitneembare houten brug komen, alsmede een tamboer en wachthuisje.

Tamboer : kleine verdedigbare versterking , buiten de omwalling gelegen wat dient tot direct verdediging van een toegang.

Ravelijn gelegen voor de Rammekenspoort.

Illustratie van het ravelijn gelegen voor de Rammekenspoort. Op de voorgrond deel van het glacis.

Ten slotte wordt nog aanbevolen alle wapenplaatsen van palissaden te voorzien, alsmede ook de dijkpost voor Bastion 8. De muur tussen Bastion 8 en 9 dient te worden voorzien van schuin geplaatste aangepunte palen om beklimming te voorkomen. Dit dient ook te gebeuren aan de rechterkant van Bastion 1. Bij laag water is de muur zeer makkelijk te benaderen.

De gemetselde poterne gelegen in de muur tussen Bastion 9 – 10, genaamd de Marinepoort is in zeer slechte staat. Het is al meerdere malen voorgesteld om deze te vernieuwen. Een mogelijkheid is om een coupure ( doorsnijding van een vestingwal ) te maken zodat deze poterne ook geschikt gemaakt kan worden als huisvesting van troepen. Dit is zeer noodzakelijk.
Onder : dwarsdoorsnede van de betreffende poterne

Belangrijk is om manschappen onder te brengen in bomvrije vertrekken. Het is de bedoeling om ongeveer 1500 man bomvrij onderdak te bieden.

  1. Aanpassingen van de beneden verdieping van het nieuwe arsenaal zodat er hier 500 man ondergebracht kunnen worden.
  2. In de bomvrije kazerne +/- 900 man, in de poternes en kazematten +/- 100 man .
  3. De kazematten onder Bastion 11, met uitzondering van de bakkerij en het wachthuis, zou tot magazijn  kunnen gaan dienen.
  4. De bovenverdieping van het Marine Arsenaal kan gedeeltelijk ingericht worden als logement.

Het in het dok aanwezige linieschip “ de Koning Der Nederlanden “ zou zeer doelmatig ingericht kunnen worden als hospitaal. Het schip moet dan wel geblindeerd worden zodat het bij een eventueel bombardement te vrijwaren is van brand.

afbeelding links : de Koning Der Nederlanden in het dok – 1836-

 

De onderhorige forten De Nolle en de Ruiter

In beide forten is het aan te bevelen een houten, met aan de binnenzijde een met metselwerk beklede kazerne te bouwen. Deze kazerne moet zo’n 60 man huisvesten en daarbij worden voorzien van een ruimte voor officieren en onderofficieren. Dit gebouw dient ook een keuken, proviandkamer en politiekamer te krijgen.

In beide forten bevindt zich een defensieve toren waarin desnoods een regiment artillerie manschappen in ondergebracht zou kunnen worden.

Beide torens bevinden zich in slechte staat, de toren in Fort de Ruiter zou in zijn geheel moeten worden herbouwd.

Rond de kazernes en de torens zouden palissaden gebouwd moeten worden om zo samen tot een gezamenlijke verdediging te komen met het aanwezige reduit.

Buiten het verdedigingswerk moet een tamboer gebouwd worden, en de brug moet voorzien worden van een uitneembaar deel.

Fort de Nolle dient opgehoogd te worden.

Het fort Kenau Hasselaar

Dit fort valt niet te bezetten, is geheel door zand verstuift  en de aanwezige toren is zeer bouwvallig. Een schot tegen de toren zal deze in zijn geheel doen instorten.

Kustbatterij Tromp

De verdediging van de kustbatterij Tromp moet gebeuren vanuit een te bouwen bomvrij/defensief blokhuis.

De drie reduits der voormalige kroonwerken

Deze reduits zijn niet bewapend. Bij een eventuele vijandige landing zouden deze reduits licht bewapend kunnen worden. Echter liggen ze ter ver verwijderd van elkaar en de vesting om elkaar dekking te geven. Er mag dan ook geen lange of krachtige verdediging verwacht worden van deze reduits.

reduit : verdedigingswerk

Het vertragen van de vijand is het enige. Er zal een aanzienlijk bedrag uitgetrokken moeten worden om ze weer in een goede staat van verdediging te krijgen.

De inspecteur doet hierna een opsomming van wat er in elk reduit zou moeten gebeuren. In het kort komt het er op neer dat er een defensief blokhuis en een tamboer gebouwd zou moeten worden. Bruggen dienen aangepast te worden zodat deze onderbroken kunnen worden.

Fort Rammekens

Door de aanwezigheid van 20 vuurmonden mag men er vanuit gaan dat dit fort in staat is enige verdediging te kunnen geven bij een aanval. Het kroonwerk bevindt zich in een goede staat. Dit kan niet gezegd worden van het daarin gelegen reduit of het oude fort. De muren bevinden zich in zeer slechte staat waardoor herstel niet mogelijk is.

Om het geheel weer in een goede verdedigbare staat te brengen moeten er aanpassingen gebeuren zoals ; het ophogen van de bij de dijk gelegen borstwering , bouwen van tamboers, uitdiepen van de gracht, uitneembare bruggen aanbrengen, het opnieuw opbouwen van de afgegraven borstwering van het fort zelf en dan ook het opnieuw metselen van de schietgaten van de bastions.

Fort Zoutman

Ondanks dat Fort Zoutman niet is opgenomen in het armement1 van het Ministerie van Oorlog lijkt het de inspecteur toch wel belangrijk om dit fort ook mee te nemen in de verdediging. Het zou namelijk heel goed bescherming kunnen bieden aan de zogenaamde Rede van Rammekens. Bij storm zou het kunnen voorkomen dat schepen in de buurt van Fort Zoutman ten anker zouden gaan.

1 Alle krijgsbehoeften om een vesting in staat van verdediging te brengen.

Om de Vesting Vlissingen en de omliggende verdedigingswerken weer in een goede staat te krijgen is hier een kostenplaatje van fl 222163,00 ( € 2.298044,00 ) aan verbonden.

Bronnen :
Tekst : Gemeentearchief Vlissingen , Biblotheeknummer 3039 : OMM V 58 .Waarin opgenomen enkele tekeningen.
Afbeeldingen : Fort Kenau Hasselaar : HTA2390. Kaart met verdedigingswerken : HTA0843 en HTA1734
Gemeentearchief Vlissingen , Biblotheeknummer 3039 : OMM V 58 .Waarin opgenomen enkele tekeningen.
Afbeelding ” de Koning Der Nederlanden ” Gemeentearchief Vlissingen 414 – nr.1958Tekst : Gemeentearchief Vlissingen , Biblotheeknummer 3039 : OMM V 58 .Waarin opgenomen enkele tekeningen.
Plattegrond : Gemeentearchief Vlissingen, digitaalnummer , FA24064 – Vlissingen 1841 -Gemeentearchief Vlissingen , Biblotheeknummer 3039 : OMM V 58 .Waarin opgenomen enkele tekeningen.

Nieuwsbrief

Comments
All comments.
Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.