Per roeiboot terug naar Vlissingen.

Cees van der Burght 3_bronvermeldingWalcheren was bevrijd en het oorlogsgeweld verstomd. Het moment dat we naar huis konden gaan was aangebroken.
Particulieren organiseerden bootverbindingen naar de omliggende droog gebleven gebieden, dorpen en steden.
In ons geval bestond de mogelijkheid om per roeiboot via Middelburg naar Vlissingen te gaan.
Onze stuurman, tevens eigenaar van de roeiboot gebruikte deze ook om landbouwproducten te transporteren. De passagiers/ roeiers stapten met hun bagage in de gedateerde, niet helemaal waterdichte boot.
We staken van val en buiten het dorp gekomen merkten we tamelijk veel golfslag. Walcheren was binnen zee geworden.
De amateur roeiers deden hun werk naar behoren. We vorderden gestaag.
In de omgeving van Poppendamme stootte de boot op een object onder het grauwe wateroppervlak…
We kwamen vast te zitten, wat angstige gezichten opleverde, maar iedereen bleef kalm.
In de nabijheid stond een boerderij op hoger gelegen grond, waardoor hij droog was gebleven. Ik dacht:” daar kunnen we naar toe zwemmen als het hier misgaat” Mij niet in realiserend, dat de watertemperatuur laag was en verblijf daarin slechts van korte duur kon zijn.
Na wat wrikken en roeibewegingen in tegengestelde richting geraakte het vaartuig weer vlot.
Terwijl we onze tocht voorzetten mompelde de stuurman enige krachttermen in Zeeuws dialect, vanwege het hachelijke moment, de overige inzittende zwegen.
We naderden in Middelburg, waarvan het stadsdeel binnen de vestingwallen ook droog stond.
Het werd de hoogste tijd, dat we konden uitstappen, want ondanks het regelmatige hozen was het lekwater in de boot dermate hoog gestegen, dat moeder natte voeten had gekregen.
In de buurt van het bolwerk konden we aanleggen, vader rekende af met de stuurman, wisselden van gedachten met hem omtrent het voorval.
We stapten uit en vervolgden onze tocht door het overbevolkte Middelburg naar de aanlegsteiger in het kanaal door Walcheren, waarna we met een sleepboot naar Vlissingen werden gebracht.
Onderweg naar ons woonhuis zagen we de enorme schade, die door het oorlogsgeweld was aangericht. Bij ons thuis viel het nog mee, behalve de waterschade en het ontbreken van alle ruiten.
Gelukkig waren alle vensters door zware luiken afgesloten, dat was gedurende de oorlog het geval bij het overgrote deel van de woningen in Vlissingen.
Zonder drinkwater, brandstof, gas en elektriciteit beleefden wij de decemberdagen van 1944.

Tekst en afbeelding : Cees van der Burght – De oorlog die geen einde nam –

Nieuwsbrief