On His Majesty’s Service

Ondervraging rapport oktober 1944

De beslissingen die gemaakt moesten worden om operatie Infatuate I goed ten uitvoer te laten komen werden niet alleen gemaakt aan de hand van luchtfoto’s van Vlissingen.  Van groot belang was de informatie die men vergaarde door het ondervragen van krijgsgevangen en van Vlissingers die kort daarvoor nog in Vlissingen waren geweest.

Op  26 oktober 1944, een week voordat de aanval op Vlissingen zou plaatsvinden verscheen er een ondervraging rapport.  In dit rapport kwamen de volgende zaken aan de orde:

1.Mogelijke landingsplaatsten;  Badstrand – Oosterhaven – Dijk bij het eiland

2.Verdediging van de kuststrook

3.Verdediging van de havens

4.Tankmuur

5.Sabotage d.m.v springladingen

6.Belangrijke locaties

7.Recente informatie

 

Landingsplaatsen

Uit het verslag blijkt als snel dat de gehele voorzijde van de boulevard niet geschikt is om een landing uit te voeren. Het Badstrand is goed beschermd door onder het wateroppervlak liggende obstakels. Daarnaast is de ondervraagde er zeer sterk van overtuigd dat er een mijnenveld ligt boven de vloedlijn.

Een andere optie om een landing uit te voeren is misschien wel de plek in de buurt van de Oosterhaven. Hier is het strand ongeveer bij hoogwater 105 meter breed en bij laagwater ongeveer zo’n 140 meter.  De omgeving van het strand bestaat uit rommel, niet verwonderlijk aangezien hier onder andere het stadsafval wordt gedumpt. Het gebied loopt glooiend op en bestaat voornamelijk uit stenen. Het oppervlak van het strand bestaat uit slik. Als de soldaten niet te zwaar bepakt zijn zakken ze tot ongeveer hun enkels in de modder.

Bij het ontvluchten van de stad in september 1944 waren er nog geen landingsobstakels aanwezig volgens een geïnterviewde Vlissinger.  Foto opnamen van latere datum spreken dit tegen. Duidelijk is dat mijnen afwezig zijn. Wel is er veel prikkeldraad geplaatst door de Duitsers.

Een van de paalhoofden langs de Oosterhaven is voorzien van een loopplank. Hier kan men met hoogwater omhoogklimmen en naar de kant toe lopen. Het gebied aan de kant van de Oranjemolen is goed beveiligd en de muur is stijl en hierdoor moeilijk te beklimmen. Dit in tegenstelling tot de andere zijde van de haven.

Vanaf de Marinesluis tot aan de zeekant staan versperringen opgesteld. Deze bestaan uit in cement gemetselde spoorrails. Aanwezig is ook een klein formaat bunker die dit hele gebied kan overzien.

Bij de Oranjemolen zijn een aantal schuilplekken en schuttersputten aanwezig. Er is geen zwaar geschut aanwezig.

Langs de dijk (richting Eiland red.) ligt een strand wat goed gebruikt kan worden voor een landing. Bij hoogwater komt het water tot ongeveer de helft van de dijk.  Uit Vlissingen afkomstige loodsen zijn van mening dat het mogelijk moet zijn dat de landingsvaartuigen tot aan de dijk kunnen komen.

Dat het strand geschikt is voor het afzetten van veel manschappen hebben de Duitsers zelf bewezen. Vanuit Zeeuws-Vlaanderen terugtrekkende Duitse legereenheden werden vanaf Breskens met binnenvaartschepen en vissersboten direct op dit strand afgezet.

Dit was dan ook de reden om alle mijnen en versperringen in dit gebied te verwijderen. Luchtfoto’s laten zien dat er een aantal teruggeplaatst zijn.

Ten tijde van de terugtrekking van de Duitse troepen moesten alle inwoners dit gebied verlaten.

Kustverdediging stad Vlissingen

In het algemeen bestaat de verdediging uit klein kaliber geschut, geplaatst in een open opstelling over de gehele boulevard.

Havenverdediging

De woningen gelegen aan de Boulevard de Ruijter zijn allemaal ontruimd. Aan de voorzijde zijn de woningen op de begane grond met bakstenen dichtgemetseld. De uitgangen aan de achterzijde van de woningen zijn geblokkeerd. Zeer waarschijnlijk zijn de woningen NIET voorzien van boobytraps.

Een krijgsgevangene weet te vertellen dat de beide havens (De Engelse Kaai en de Buitenhaven) s ’avonds afgesloten worden door het plaatsten van drijvende balken. Daarnaast varen er Duitse patrouilleboten kort onder de kust. De sluisdeuren zijn gebouwd van staal en zijn altijd gesloten.

De beveiliging van het havengebied wordt gedaan door weinig manschappen. Meestal zijn de soldaten belast met het uitvoeren administratieve taken. Daarbij zegt een betrouwbare bron dat de soldaten niet als gevechtseenheid beschouwd mogen worden.  Langs de dijk zijn meerdere bunkers gebouwd met een vuurlijn richting het zuiden en het zuidwesten. Een aantal bunkers liggen in de dijk ingegraven. Het vermoeden bestaat dat de bunkers gebruikt worden als schuilbunkers voor de manschappen van de aan de zeezijde gelegen bunkers.

Het gebied bij het Arsenaal is wel goed verdedigd. Zeer waarschijnlijk is er geen verdediging aanwezig bij het standbeeld van Michiel de Ruijter. Op deze locatie is wel een torpedolanceerinstallatie gebouwd. Eenmalig zijn er een aantal torpedo’s afgevuurd en daarna nooit meer.  Het verhaal gaat dat er iets mis is gegaan waarna alles afgesloten is en dat niemand er iets meer over heeft gezegd.

Tankmuur

Er is een tankmuur aanwezig over de gehele lengte van de Wilhelminastraat. De muur is ongeveer 2 meter hoog en 3 meter dik, en bestaat uit beton.  Er is een smalle toegang in het noordelijke deel van de muur die alleen gebruikt kan worden door voetgangers en fietsers.

De doorgang in het zuiden is breder en geschikt om voertuigen te laten passeren.  De laatstgenoemde doorgang kan geblokkeerd worden door het plaatsten van versperringen. Er is geen aanwezigheid van een bunker die de brede doorgang kan bewaken. De kans bestaat dat de nabij verdediging zich bevindt in een van de huizen.

 

Sabotage d.m.v springladingen

Op de scheepswerf is door een sabotage-eenheid grote hoeveelheden springstof geplaatst.  Ook de kades bij de buitenhaven zijn voorzien van springstof. Ergens langs de kust is een rijweg ondermijnd, om deze zodra het noodzakelijk is te doen springen.

 

Belangrijke locaties

Het gemeentehuis en alle andere gemeentelijke afdelingen zijn ondergebracht op het Bellamypark. Het politiestation bevindt zich in de Breestraat. Het postkantoor wordt ten alle tijden bewaakt door een kleine maar bewapende eenheid. In de omgeving van het postkantoor is ook ergens een kleine betonnen bunker aanwezig. Het huis van de Burgemeester is het laatste huis voorbij hotel Britannia.

Het Duitse hoofdkwartier; Hotel Brittania wordt gebruikt als onderkomen voor officiëren en wordt ook als bordeel gebruikt. De dames komen uit Duitsland.  Aan beide zijden van het hotel bevinden zich twee grote schuilkelders. Waarschijnlijk worden er hier wapens opgeslagen.

De zeevaartschool en de barakken in de buurt van havens worden bewoond door verschillende onderdelen van de Wehrmacht.

 

Recente informatie

Een  ondervraging van 4 krijgsgevangen behorende tot de ‘eenmansonderzeeboten

‘ unit die op 22 oktober 1944 via het kanaal door Walcheren naar Vlissingen reisde vertelde het volgende ;

  • Ze hebben de indruk dat de stad praktisch verlaten is
  • Bij een luchtaanval door geallieerde vliegtuigen werd er niet door het Duitse luchtafweer (FLAK) geschoten

Notie interviewer “op luchtfoto’s gemaakt de volgende dag is er vrijwel geen FLAK te zien in de buitenhaven “

  • Ze hadden de opdracht gekregen bij het verlaten van de haven in hun one-man torpedo de vooruit varende ‘loods’ goed te volgen in verband met de aanwezigheid van zeemijnen.
  • Ze wisten niet aan te geven waar dit mijnenveld ligt
  • Er zijn burgers aan het werk op de scheepswerf en er is een eenheid van Feldgendarmerie aanwezig op het terrein.

In het gebied rond het station is vermoedelijk lichte FLAK aanwezig.

De Duitse verdediging richt zich voornamelijk op een landing in het noordwestelijk deel van Vlissingen. Zelfs geschut midden in het havengebied staat die kant op gericht.

Nawoord

Het rapport is opgesteld door Luitenant Wright van No4 commando en is gedeeld met eenheden die uiteindelijk allemaal betrokken zijn geweest bij de landing in Vlissingen. Of dit rapport daadwerkelijk van belang is geweest om de juiste landingsplek te bepalen valt niet door mij te achterhalen.  Verder heb ik niet getracht te controleren of de informatie in dit rapport ook daadwerkelijk klopt.  In het verslag zaten geen foto’s bijgevoegd. De foto’s heb ter verduidelijking aan dit blog artikel toegevoegd.

Bronnen

The National Archives, Kew: WO171/1320

Foto

GAV 1 : Gemeentearchief Vlissingen : 413 Fotocollectie  52335, DA3650 9-10-1944
GAV 2 : Gemeentearchief Vlissingen : 413 Fotocollectie  11711, FA11530, 1945
GAV 3 : Gemeentearchief Vlissingen : 413 Fotocollectie  4792, FA22689, 1944

Biber : http://www.werkgroep-kriegsmarine.nl/km_nl_kkm.htm

Overige foto’s : eigen archief

Comments
All comments.
Comments

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Nieuwsbrief