De amateur-marodeur (‘stroper’) bracht weer eens een bezoek aan koffiehuis ” De laatste snik”. De deur van de gelagkamer stond uitnodigend open, eenmaal binnen in de halfdonkere ruimte ( bij het invallen van de duisternis was iedereen verplicht om de ramen te blinderen, verduisteren genoemd) ontdekte ik in de chaos
Vlissingen, 14 mei 1940 Cafe “ De laatste snik “, bij grenspaal Vlissingen-Koudekerke aan de Gerbrandystraat was door Nederlande militairen ingericht als grenswachtpost, ongeveer 200 meter verwijderd van ons vluchtadres, door mij reeds eerder opgemerkt tijdens onze vlucht van 12 mei 1940. Het weer was bijzonder mooi tijdens die meidagen. Zoals
De oude blikfabriek die enigszins verscholen lag in een laag uitgegraven gebied, omgeving de hoge aarden wallen en roestig vervallen hekwerk, werd grotendeels door verwilderdstruikgewas ingekapseld. Het gehele complex was als fabriek reeds lange tijd buiten gebruik. De toegangsdeur stond half open en werd door tocht wat heen en weer
Tijdens een van mijn zwerftochten in die dagen had ik voor het eerst een ontmoeting met Franse militairen op een motorfiets in de omgeving van “ Der Boede “. Ze kwamen uit tegenstelde richting over de provinciale weg, stopten plotseling, plaatsten de motor onder één van de bomen, die langs
Als gevolg van lederschaarste werden schoenonderdelen bij productie vervangen door hout, geïmpregneerd papier en textiel. Rubberschaarste leverde grote problemen op voor de burgerbevolking in bezet Nederland. Nieuwe fiets- en autobanden werden gaandeweg naarmate de oorlog voortduurde, steeds moeilijker verkrijgbaar. Ouden en totaal versleten banden werden verwerkt tot schoen- of klompzolen