Aanpassing gedaan door de Fransen aan de vesting van 1809 tot 1814
Vestingwerken
De Fransen waren al in 1807 begonnen met aanpassingen te maken aan de vestingwerken.
Zo is de stenen borstweringsmuur van de Westdijk, van bastion Leugenaar tot aan de gevangentoren en van daaruit verder naar de zeedijk ( Bastion 1 – Westbeer – ) van een aarden wal voorzien.
Aan de westzijde, ter hoogte van de Middelburgse poort is er een ravelijn gebouwd met daarop een lunette. Dit ravelijn diende als bruggenhoofd.
A : Middelburgse poort
B : Ravelijn met een lunette
Aan de andere zijde van de vesting, de oostelijk kant, is er een ravelijn met een gedeeltelijke bedekte weg gebouwd (B) . Voor de brug bevond zich een wapenplaats (W) . Het ravelijn was te bereiken via de Rammekenspoort.
Op de beiden zeedijken gelegen voor Bastion 1 en 8 zijn dijkposten opgeworpen.
Gedurende de periode voor 1809 zijn er door de Fransen hoogst waarschijnlijk geen gebouwen gebouwd om deze een militaire functie te geven. Wel zijn er gebouwen aangekocht om als huisvesting van militairen te dienen.
Grote veranderingen aan de vesting hebben plaatsgevonden na het vertrek van de Engelsen en de herinname van Vlissingen door de Fransen – December 1809 –
Het grondplan van de vesting, de hoofdwal is nagenoeg ongewijzigd gebleven. De verandering die hier heeft plaatsgevonden is de verwijdering van een bastion. Deze heeft gelegen tussen het toenmalige bastion 1 en 2.
De Middelburgse poort is afgebroken en in een bastion veranderd ( bastion 2 ). In de vestingwal is een gemetselde doorgang gemaakt en heeft als naam ‘ de Duinpoort’ gekregen.
Voor de vestingwal tussen bastion 1 en 2 is er een begin gemaakt met het maken van een onderwal. Deze is in 1852 afgebroken en geheel verdwenen.
Een onderwal is gelegen voor en onderlangs de vestingwal en was voorzien van een beschermende verhoging waarachter vandaan geweerschutters de voorgelegen gracht met vuur konden bestrijken.
Aan de zeezijde zijn alle stenen borstweringen vervangen door aarden borstweringen. Richting de westdijk zijn er op deze borstweringen traverse geplaatst.
De voorstehavenpoort is in een bastion veranderd ( Toen : Bastion 11 – Nu : Keizersbolwerk ) met daarin 13 bomvrije kazematten waarvan er eentje dient als garnizoensbakkerij.
De vesting is aan de landzijde voorzien van een bedekte weg met inspringende wapenplaatsen en 3 lunetten (L) gelegen op het glacis.
Dit glacis is omgeven met een gracht die varieert in breedte tussen de 75 en 160 meter. In de gracht gelegen voor bastions 1 en 8 bevindt zich een met schietgaten voorziene holle beer. De diepte van de gracht varieert van 80 cm tot 3 meter, gemeten van het gemiddelde waterniveau tot aan de bodem van de gracht.
De holle beer bij bastion 8 geeft toegang tot de dijkpost waar ter bescherming een stenen toren is gebouwd. Deze toren was te bereiken via een galerij die liep vanaf het bastion tot aan de dijkpost.
Voor bastion 1 bevindt zich een soortgelijke galerij. Er is hier geen aanwezigheid van een stenen defensieve toren.
Door middel van twee sluizen, met verbinding tot de Kaaskaai en het Dok , kan bij iedere vloed de hoofdgracht vol met zeewater worden gezet. De voorgracht heeft verbinding met de voorgenoemde sluizen en een sluis gelegen bij bastion 8. Ook deze gracht kan op deze wijze gevuld worden met zeewater.
De voorstad ‘ Oud -Vlissingen ‘ is gedurende het bombardement van de Engelsen grotendeels verbrand. Door uitbreiding van de vestingwerken waaronder de bouw van het glacis en de brede voorgracht is het oudste deel van Vlissingen afgebroken.
Bronvermelding :
Afbeeldingen afkomstig uit het Gemeentearchief Vlissingen en uit eigen beheer.
Tekst : Gemeentearchief Vlissingen bibliotheek 304 1981/253. Handleiding verdedigingskunst 1839 en Cours Elementaire de Fortification 1875 ( Google Books )
De volgende gebouwen zijn door de Fransen gedurende de periode 1809-1814 gebouwd ;
- De Bomvrije kazerne,door de Fransen de Caserne Cavalier genoemd, gelegen naast de gevangentoren. Op het dak, beschermd door een aarden borstwering, staan 10 a 12 stukken geschut opgesteld. Deze bestrijken het deel van de Nolle, het linker kroonwerk en een deel van de zee.
- Het nieuwe Arsenaal
- Het laboratorium. Hier werd het kruitmengsel gemaakt voor het geschut.
- Drie bomvrije buskruitmagazijnen. Deze waren gelegen bij de Roode brug, achter de Westdijk en bij Bastion 5.
- Drie kleine buskruitmagazijnen; gelegen bij Bastion 1, Bastion 8 en onder de vestingwal tussen Bastion 11 en 12.
- Een grote kogelgloeioven bij de vestingwal gelegen tussen Bastion 12-13. In deze oven werden de kogels rood gloeiend gestookt zodat ze na het afvuren op een vijandelijk schip brand konden veroorzaken. (in 1857 niet meer aanwezig )
- Een loods op de Geniewerf
- Een kazemat wat dienst doet als magazijn, gelegen onder vestingwal tussen bastion 7 en 8.
Forten en kroonwerken
Om de vesting beter te kunnen verdedigden zijn er door de Fransen aan de landzijde versterkingen gebouwd. Hier zou een grote troepenmacht ondergebracht kunnen worden onder bescherming van vuurkracht door de vesting.
- Fort de Nolle, tijdens de Franse tijd Fort Montebello genaamd. Hierbij opmerkend dat er in 1715 op deze plek al een torenfort heeft gestaan.
- Fort Kenau Hasselaar, oftewel Fort des Dunes . Deze toren is afgebroken in 1851.
- Fort de Ruiter, door de Fransen Fort St. Hilaire genoemd.
- De drie kroonwerken : hier zijn alleen de binnenwerken voltooid. Het kroonwerk is nooit afgebouwd en zijn in de periode 1836-1838 gesloopt. De drie binnenwerken zijn behouden.
- Kustbatterij Tromp ( niet op de tekening )